De Europese Unie wil het aantal laadstations langs belangrijke Europese wegen uitbreiden om ervoor te zorgen dat elektrische voertuigen niet verder dan 60 km hoeven rijden om te kunnen opladen tegen 2030. De EU-verkeersministers hebben besloten om deze eis voor openbare laadstations langs Europese corridors te ondersteunen, met uitzondering voor dunbevolkte gebieden waar weinig mensen rijden. Nederland heeft deze toekomstige Europese standaard al gehaald en hoopt dat andere landen snel volgen om meer mensen aan te moedigen om een elektrische auto aan te schaffen. Het Europees Parlement zal later dit jaar zijn standpunt geven over het laadplan. De Nederlandse politiek wil ook de inzet van een coördinator, een soort ‘laadpaus’, die zorgt dat het proces sneller gaat, per lidstaat.

Hoewel Frankrijk vaart maakt met nieuwe oplaadpunten kwamen er vorig jaar signalen over een ’laadwoestijn’, dit is een zone waar je maar beter niet kunt komen met een bijna lege accu. In sommige van deze regio’s waren weliswaar laadstations, maar door capaciteitsproblemen op het elektriciteitsnet konden ze niet worden aangesloten. De ANWB gaat populairste vakantieroutes met stekkerwagens verkennen om te kijken hoe de situatie nu is. De bond waarschuwt e-rijders komende zomer in ieder geval goed voorbereid op reis te gaan en rekening te houden met laadfiles op zwarte zaterdag.

Wie een laadplek heeft gevonden, moet bovendien oppassen bij het afrekenen. De ANWB krijgt voorbeelden van Nederlandse laadpaalklevers die te laat ontdekken dat ze per tijdseenheid moeten betalen: dat kan een duur grapje worden van duizenden euro’s.