Van A naar B gaan is de afgelopen tien jaar flink duurder geworden. Wie daarvoor de auto, bus, taxi of trein nodig heeft, betaalde eind 2018 ruim twintig procent meer dan tien jaar geleden. De gemiddelde prijsstijging bedroeg in dezelfde periode vijftien procent.
Automobilisten zijn vooral meer kwijt aan het verzekeren en parkeren van hun heilige koe, blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft gepubliceerd. Autoverzekeringen werden jarenlang te goedkoop aangeboden, maar de laatste tien jaarzijn deze 45 procent duurder geworden. Inmiddels zijn autoverzekeringen zo duur, dat jongeren die bijna niet kunnen betalen.
De prijs van parkeren is sinds 2009 met 27 procent gestegen. En daar blijft het niet bij: in het centrum van Amsterdam kost het neerzetten van je auto vanaf april 7,50 euro per uur. In de omliggende wijken gaan het tarief naar 6 euro per uur.
Het beeld van de auto als melkkoe van de overheid blijft in de statistieken niettemin maar deels overeind: de parkeertarieven zijn weliswaar fors gestegen, maar daar staat tegenover dat de motorrijtuigenbelasting in tien jaar redelijk in de pas liep met de totale inflatie.
Alles bij elkaar heeft de autotaks zelfs een 'dempend effect' gehad op de prijsstijgingen voor automobilisten, concludeert een woordvoerder van het CBS.
De brandstofprijs ligt nu 21 procent hoger dan in 2009.