De elektrische auto van de toekomst is goedkoop, snel op grote schaal beschikbaar, schoon en kan op tal van manieren worden 'gevoed'. De ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. In woonwijken en parkeergarages verschijnen steeds meer acculaadpalen, Shell introduceert komend najaar de eerste snel-laders voor accu's bij tankstations, in Duitsland zijn juist weer grote projecten met het tanken van waterstof. In 2019 rolt in Eindhoven de eerste commerciële, geheel op zonnecellen lopende personenauto van de band. Wat de voortstuwing van de toekomst ook wordt, de techniek zal er veel eerder dan in 2035 klaar voor zijn, zo verkondigen mobiliteitsdeskundigen. De vrees dat elektrische voertuigen te duur zijn voor de modale portemonnee, is volgens de van de TU Eindhoven afkomstige ontwikkelaars van de op zonne-energie lopende gezinsauto Lightyear onnodig. Een Tesla kost momenteel weliswaar zo'n 1,2 ton terwijl je voor een kleine 12.000 euro een op benzine pruttelende nieuwe Citroën C1 aanschaft, maar dat is aan het veranderen. Ook de Lightyear, die over twee jaar op de markt komt, is nu nog fors aan de prijs. ,,Dat ligt aan ontwikkelkosten en de productie van kleine aantallen. Op termijn gaan we naar simpeler modellen die in massaproductie worden vervaardigd. Dat worden geen wagens waarmee je binnen drie seconden op de 100 kilometer per uur zit, maar ze zijn straks wel de goedkoopste vorm van mobiliteit omdat ze goedkoop zijn in aanschaf, nagenoeg onderhoudsvrij blijven en zichzelf opladen", aldus de woordvoerder van de Eindhovense auto-innovateurs. Dat onderhoudsarme aspect van de elektronische voertuigen kan een bedreiging zijn voor garagehouders. Belangenorganisatie Bovag ziet de toekomst echter positief in. Monteurs blijven volgens zegsman Tom Huyskens noodzakelijk voor het updaten van de elektronische systemen in de met steeds geavanceerdere computertechniek uitgeruste personenwagens. Bovag begint komend najaar een onderzoek naar de impact van de elektrische auto's op de werkplaats.