Beleefdheid in het verkeer
D
Op deze plek wil ik een pleidooi houden voor beleefdheid in het verkeer. Wie nu in een onbedaarlijke lach schiet, kan hier direct afhaken. De hufterigheid dient te verdwijnen. Nu zal 95 procent van de weggebruikers het met deze stelling eens zijn. Deze overgrote meerderheid zou, alleen al om redenen van democratie, voldoende moeten zijn. Dat is het echter niet. De vijf procent die tegen beleefdheid in het verkeer is - de hufters dus - moeten we voor de nieuwe trend zien te winnen. De vraag is alleen: hoe? Een beroep doen op de latent aanwezige betere ik van de hufter? Op zijn gevoel werken? Een beloning? Voorlopig laten we het bij een open invitatie aan iedereen. Een voorbeeld. U ziet een moeder met kind bij een zebra staan en uw kant opkijken. Een typisch geval van willen oversteken. Ze staat er blijkbaar al enige tijd. Het blik vóór u negeert haar straal. Het blik áchter u wil ook door. Wat is er nu leuker dan relaxed de rem te toucheren, te stoppen en de vrouw en haar koter met een brede glimlach en een vriendelijk handgebaar uit te nodigen om voorlangs over te steken? Er mag bij dit gebaar zelfs wat hoofse zwier zitten. De ervaring leert dat u vervolgens uitbundig wordt bedankt. De eerste reactie is er een van volstrekte verbazing over zoveel goedheid. Beleefdheid is nog erg schaars. Daarna wordt u getracteerd op een dankbare blik, een oogverblindende glimlach en enkele bevallige hoofdknikjes, waarmee ze haar erkentelijkheid betuigt. Mogelijk imiteert ze uw brede handgebaar. Van dit geheel gaat een enorm positieve kracht uit. Uw dag is goed, de hare ook. Als de ingeblikte figuur achter u inmiddels een geheel ander handgebaar in uw richting maakt, met een centrale rol voor de middelvinger, en gaat toeteren en/of bumperkleven, dan herkent u in hem (of haar!) een hufter. U maakt zich hierover absoluut niet druk, integendeel. U steekt kort uw hand omhoog en trekt op. De hufter zal hier een excuus in zien. Dat is het natuurlijk niet.